Vrij, gelijk en samenleven: wat is dat?

De begrippen vrij, gelijk en samen zijn afgeleid van de idealen ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’ en ‘broederschap’ uit de Franse Revolutie. Om het mannelijke woord ‘broederschap’ te vermijden, gebruiken we het gender-neutrale woord ‘samen’ en daarmee veranderen ook ‘vrijheid’ en ‘gelijkheid’ in ‘vrij’ en ‘gelijk’.

Van concurrerende idealen …

In de politiek vinden we de idealen ‘vrij’ en ‘samen’ terug in de tegenstelling tussen enerzijds (‘rechts’) liberalisme en neo-kapitalisme en anderzijds (links) socialisme en neo-communisme. Kenmerkend voor deze twee politieke hoofd-stromingen is dat ze op ieder levensdomein prioriteit geven aan ‘vrijheid’ respectievelijk ‘broederschap’. Bij liberalen gaat vrijheid dus niet alleen om vrijheid van meningsuiting, maar ook om vrijheid in het economische leven. Tot het uiterste doorgevoerd gaat het liberale vrijheidsideaal om het recht om jezelf ten koste van anderen te verrijken. Bij socialisten gaat broederschap niet alleen om broederschap in het economische leven, maar ook om broederschap in het culturele leven. Tot het uiterste doorgevoerd brengt het socialistische broederschapsideaal dus de plicht met zich mee om hetzelfde als anderen te denken. Het gelijkheidsideaal vinden we terug in democratische (midden) partijen die met ‘eindeloos polderen’ en heel veel wetten en regels de scherpe kantjes van beide andere politieke stromingen af proberen te halen. Deze derde stroming zouden we daarom ook wel de bureaucratisme kunnen noemen.

… naar sociale driegeleding

Ruim 100 jaar geleden koppelde Rudolf Steiner de drie idealen uit de Franse Revolutie aan drie verschillende levensdomeinen, namelijk: vrijheid aan het culturele leven, gelijkheid aan het rechtsleven en broederschap aan het economische leven. Op deze manier krijgen de drie idealen elk een eigen passende plek, waardoor ze niet langer als concurrerende idealen tegenover elkaar hoeven te staan, maar tegelijkertijd verwezenlijkt kunnen worden. Steiner noemde dit de driegeleding van het sociale organisme.

Vrij in het culturele leven

Bij het culturele leven moet je niet alleen denken aan kunst en cultuur, maar ook aan religie, wetenschap, onderwijs, opvoeding en zorg. In dit levensdomein staat ‘vrij’ o.a. voor de vrijheid om je eigen unieke talenten op je eigen unieke manier te ontwikkelen en daarmee op je eigen unieke manier een bijdrage aan het economische leven, het rechtsleven en/of het geestesleven te leveren. Maar bijvoorbeeld ook voor de vrijheid om je eigen ideeën te hebben over wat bevorderlijk is voor je gezondheid en wat niet en daar ook naar te handelen.

Samen in het economische leven

Bij het economische leven gaat het in essentie om de productie, handel en transport en comsumptie van economische goederen. In dit levensdomein staat ‘samen’ voor het gezamenlijk in ieders (economische) behoeften voorzien. Zodat we als mensen niet met elkaar hoeven te concurreren om in ons dagelijks levensonderhoud te voorzien, maar elkaar daar juist bij helpen. Er is namelijk meer dan genoeg om in ieders behoefte aan voedsel, kleding en huisvesting te voorzien. Maar niet genoeg voor ieders hebzucht. 

Gelijk in het rechtsleven

Bij het rechtsleven moet je niet alleen denken aan justitie en politie (= wetshandhavers), maar ook aan politiek (= wetgevende macht) en overheidsorganisaties (= uitvoerende macht). In dit levensdomein staat gelijkheid voor het recht om een gelijke stem te hebben bij het nemen van besluiten die ieder mens in gelijke mate aangaan.

Je zou kunnen zeggen dat binnen vrij-gelijk-samen het rechtsleven vooral moet waarborgen dat het culturele leven vrij blijft en dat er in het economische leven wordt samengewerkt. In de huidige politiek en samenleving is dit echter vaak net andersom. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in het streven naar een vrije markt-economie die tot extreem grote verschillen leidt tussen enerzijds een steeds kleiner en rijker wordende elite en anderzijds een steeds groter en armer wordende massa. En een – in mijn ogen veel te – vergaande bemoeienis van de overheid met de gezondheidszorg en het onderwijs.

Drie verschillende speelvelden en één doodlopende weg?

Je zou kunnen zeggen dat het economisch leven, rechtsleven en culturele leven drie verschillende, maar sterk met elkaar samenhangende en deels overlappende, speelvelden zijn. Het speelveld van het economische leven is in de loop van de tijd als eerste van lokale en regionale economieën naar een wereld-economie geëvolueerd. Het speelveld van het rechtsleven komt overeen met de grenzen van een politiek-bestuurlijke eenheid, zoals een gemeente, provincie, land of vereniging van staten. Omdat het speelveld van deze politiek-bestuurlijke eenheden kleiner zijn dan die van de wereld-economie, is de invloed die de overheid op de wereld-economie kan uitoefenen beperkt. Het speelveld van het culturele leven is uiteindelijk de individuele menselijke geest. Dit speelveld is nog veel kleiner dan het speelveld van de politiek-bestuurlijke eenheden, waardoor ook de invloed die een individuele burger op de overheid en/of wereld-economie kan hebben, beperkt is. Toch ligt juist daar de sleutel tot verandering!

De huidige tendens is dat het ideaal van de vrije-markt economie (via lobbyisten van multi-nationals) het rechtsleven regeert en zowel direct (door de financiering van wetenschappelijk onderzoek en de inzet van massa-media) als indirect (via de regels die het rechtsleven aan onderwijs en zorg stelt) ook het culturele leven. Dit gaat samen met een grote ongelijkheid in het rechtsleven: de bestuurders van multi-nationals hebben namelijk een grotere stem in de besluitvorming dan andere burgers. En leidt tot grote onvrijheid in het geestelijke leven: anders denkenden die kritische vraagtekens plaatsen bij dominante denkbeelden worden steeds vaker genegeerd, belachelijk gemaakt of actief bestreden. Bijvoorbeeld door ze uit hun positie te ontslaan of te verbieden dat hun boeken op hogescholen of universiteiten als lesstof gebruikt worden. En kinderen worden al vanaf de kleuterschool geconditioneerd om gehoorzaam te zijn, stil te zitten, op hun beurt te wachten, te doen wat de baas zegt en te geloven dat zij in economisch opzicht ‘zelfvoorzienend’ moeten zijn.

Het vraagt enorm veel zelf-bewustzijn van individuele geesten om deze tendens te doorbreken! Om weer de nodige vrijheid in het culturele leven te veroveren, de besluitvorming in het rechtsleven te beperken tot zaken die ieder mens in gelijke mate aangaan en doelbewust een associatieve economie na te streven.

Een vierde weg met toekomst

Het idee dat ieder persoon of huishouden zelfvoorzienend zou moeten zijn, is zo diep in onze cultuur ingesleten, dat maar weinig mensen kunnen en willen zien dat dit idee niet realistisch en onwenselijk is. Niet-realistisch omdat de arbeidsdeling in het economische leven zo ver is doorgevoerd, dat aan bijna alle goederen die we consumeren vele mensen uit vele landen een bijdrage hebben geleverd. Wanneer we naar de feiten kijken, dan kunnen we dus niet anders dan concluderen dat iedereen in economisch opzicht van zeer veel anderen afhankelijk is. Het idee van zelfvoorzienendheid is onwenselijk omdat dit idee er in de praktijk op neer komt dat het in de dagelijkse strijd om het bestaan ieder voor zich is. In deze strijd geldt het recht van de sterkste, slimste en snelste. En in deze strijd vallen dagelijks onnodig veel slachtoffers. Dat het vooral mensen in zogenaamde ‘lage lonen landen’ aan de andere kant van de wereld zijn die daarvan het slachtoffer worden, doet daar niets aan af. Het zou daarom voor iedereen beter zijn wanneer we in het economische leven doelbewust naar samenvoorzienendheid te streven. Maar dan wel met behoud van vrijheid in het geestelijke leven. Dat is dus niet ‘de vrijheid om jezelf ten koste van anderen te verrijken’, maar de vrijheid om je talenten op je eigen unieke manier te ontwikkelen en dienstbaar te maken aan het grote geheel. Dat is naast het neo-kapitalisme, neo-communisme en bureaucratisme de vierde weg. En in mijn beleving is dit de enige weg die toekomst heeft.

Meer lezen over sociale driegeleding?

Rudolf Steiner (1992). Sociale toekomst. (Een serie voordrachten uit 1919).

Rudolf Steiner (2004). De kernpunten van het sociale vraagstuk. (Oorspronkelijk 1919).

Rudolf Steiner (2009). Verbeter de wereld (en begin samen). De sociale hoofdwet. (Artikelen en een voordracht uit 1905.)

Rudolf Steiner (2011). Vrij, gelijk en samen. Op weg naar een betere wereld. (Twee voordrachten uit 1920 en 1922.)

Rudolf Steiner (2017). Het lichtbaken van 1917: Schets van de drieledigheid van de mens. Ontwerp voor de driegeleding van de samenleving.

Rudolf Steiner. Wereldeconomie.

Arjen Nijeboer (2013). Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Grondslagen voor de maatschappij van morgen. 

John Hogervorst (2018). Sociale driegeleding: Wat, hoe en waarom?

Jan Saal (2020). Sociale driegeleding: wat is dat?

Damaris Mathijssen (2022). Vrij, gelijk en samenleven: wegwijzer voor een mens- en Aardewaardige toekomst.